Philae en Rosetta

Op een heldere vriesnacht dwalen mijn ogen over de Melkweg. Daar ergens moet het dappere tweetal zijn. Zo’n vijfhonderd miljoen kilometer verderop zoeven Philae en Rosetta door de ruimte. Samen begonnen ze aan een groot avontuur. Philae had haar oog laten vallen op knappe komeet 67P; Rosetta liet haar niet in de steek. Ruim tien jaar duurde hun reis. Toen ze vlakbij waren, bleven de dames hem samen een week of wat van een afstandje bewonderen. Dat stoere stenen hoofd, die glorieuze staart. Uiteindelijk hield Philae het niet meer.

Op 12 november waagde ze de sprong. Ze hebben nog naar elkaar gezwaaid, Philae en Rosetta, en een foto van elkaar genomen. Toen liet Philae zich heel langzaam zakken. Ze stuiterde wat heen en weer en klauwde zich ten slotte met haar grijphandjes vast aan 67P. Eventjes maar heeft ze van haar mysterieuze geliefde genoten: een paar hapjes, een paar intense blikken. Toen viel ze in een diepe slaap. Over een half jaartje zal de zon haar wakker kussen. Dan gaat Philae verder met de ontdekking van 67P: hoe voelt zijn huid, hoe smaakt zijn stof, hoe waait de kometenstorm langs haar hightech lijf. Als ze helemaal verzadigd is, zal ze loslaten en dromend van haar komeet eeuwig door oneindigheid dolen.

In die kille lege ruimte zou het dromen mij persoonlijk snel vergaan. En hoewel ik me graag eens afzonder van de rest, is eeuwig zonder anderen wel weer heel alleen. Toch zijn er - naar het schijnt - heel wat mensen die graag een enkeltje naar het buitenaardse willen boeken. Een stuk of duizend staan te popelen om als eerste de maan te mogen bewonen, of Mars, of liever nog een zonnestelsel verderop. Iets moet daar zijn wat onweerstaanbaar verleidt. Volmaakte stilte, ongekende vergezichten, een brandschone lei?

Ik wacht liever op gedichten over de liefde en trouw van Philae en Rosetta, en het dagboek van die eerste Marsbewoner. Gretig zal ik kennisnemen van nieuwe wetenswaardigheden over de maan, Mars, het heelal. Dat alles lekker thuis bij de kachel, met mijn poes op schoot en een kleine tien miljard mensen om me heen. Zorgvuldig zal ik me afsluiten voor sirenen die de verrukkelijke stilte van de ruimte bezingen. Ik zal waken voor oogcontact met knappe kometen. Want ik weet het zeker: ik ben een onverbeterlijke aardmus.

 

Renske Postma, 7 december 2014