Gezichtspunt
Taal is een geweldig ding, maar het heeft ook zo zijn beperkingen. Soms snap ik maar niet wat iemand zeggen wil, of zetten mijn woorden anderen op het verkeerde spoor. Een kijkje in elkaars hoofd zou op zo’n moment uitkomst bieden. Maar ook om andere redenen lijkt het me verfrissend eens in de schoenen van een ander te staan. Met alles erop en eraan, bedoel ik. Met ziel en al.
Dan zou ik eindelijk antwoord vinden op de vraag die me als kind al bezighield: ziet een ander rood, groen en blauw net zo rood, groen en blauw als ik? Misschien ontdek ik dat mijn groen bij anderen blauw is of iets waarvan ik het bestaan nu nog niet ken.
Ook is het vast verhelderend een dagje als Griekse door het leven te gaan. Opgegroeid met het feestelijke vooruitzicht dat ik vanaf mijn vijftigste volop recht heb op pensioen. Ik heb gezien hoe de ene na de andere bank zijn luxe draaideuren openende in Athene, verleid door ons heerlijke belastingklimaat. En hoe, toen dat niet meer werkte, kille noordelingen mijn Griekenland als een schooljongetje in de hoek zetten. Ik ben benieuwd hoe lang ik in die hoek wil blijven staan.
Nog beter kan ik iemand kiezen die ik nauwelijks doorgronden kan. Een Parijse moslima bijvoorbeeld, die zonder blikken of blozen voor de camera zegt dat ze cartoonistenmoordenaars eigenlijk wel begrijpt. Waarom zeg ik dat, wat gaat er in mij om? Ik hoop maar dat ik ze diep in mijn hart net zulke engerds vind als nu.
Eenmaal op deze weg zou ik verder kunnen gaan: een dagje in de sandalen van zo’n engerd zelf staan. Durf ik dat, en wil ik eigenlijk wel weten hoe zo iemand denkt? Ik twijfel en kies een andere weg: het absolute tegendeel van die sandalen. Vrolijk gekleurde laarsjes van een blije kleuter op een vredig strand, geboeid door onschuldige dingen, gekoesterd door een energieke, moderne moeder.
Op Startrek-achtige wijze moet zo’n educatieve persoonsverwisseling binnenkort gemakkelijk kunnen. Tijdelijk natuurlijk, hooguit een dagje, daarna wil ik weer helemaal mezelf zijn. Met een tikkeltje meer inzicht in de merkwaardige gedachtekronkels van anderen en mezelf. Misschien worden goed en kwaad iets wat ik nog niet ken. Misschien wordt groen wel blauw.
Renske Postma, 1 februari 2015